Woensdag 22 februari 2023
VastenVisie 1 Aswoensdag Ondanks alles de moeite waard om voor te sterven
Sommige kerkgangers
voelen zich ongemakkelijk op Aswoensdag,
als zij het askruisje op hun voorhoofd
niet wegvegen na de eucharistieviering.
Andere katholieken dragen het met trots.
Zij hechten er waarde aan.
Waarom? Wat betekent dit stof en as?
Het kan zo niet verder
In de Bijbel komen we enkele malen iemand tegen die bedekt was met stof en as of “in zak en as zat”. Deze persoon markeerde daarmee een belangrijk moment in zijn of haar leven: een dieptepunt welteverstaan. Tegelijkertijd gaf het een keerpunt in hun leven aan. Zij realiseerden zich op de één of andere manier - misschien omdat zij een profeet hadden gehoord of iemand anders met hen sprak: “Wacht even, ik kan zo niet verder gaan.” Sterker nog, het diepte- of keerpunt in hun persoonlijk leven was zó ernstig dat zij tot de conclusie kwamen: “Als ik zó doorga, is mijn leven een ramp. Als ik blijf leven zoals ik leef, ligt alles in puin. Deze heilloze weg loopt letterlijk dood.” Dáár gaat de as over.
Het dubbele doel van schaamte
Ooit komen we op een punt waarop we beseffen: “Er is iets wat ik moet veranderen, ik moet het over een andere boeg gooien en me ‘bekeren’.” De conclusie dat er iets is waarvan we ons moeten bekeren heeft een tweeledig doel. Paus Johannes Paulus II schreef hierover in zijn Theologie van het lichaam. Hij zei dat het moment waarop de mens viel na het eten van de verboden vrucht en ‘hun ogen open gingen’ (Genesis 3, 6-7) schaamte in de wereld kwam. Tot dat moment was er geen schaamte. Op het einde van Genesis 2 staat: “Beiden waren naakt, maar zij schaamden zich niet voor elkaar.” De heilige paus zag dus twee doelen van de schaamte die haar intrede deed. Aan de ene kant moeten zij zich bedekken. Er is een gevoel van “er is iets mis op dit moment”. Dit schaamtegevoel kennen de meesten van ons, zeker als we iets verkeerd hebben gedaan. Dat is één kant van de medaille. Er is dus een ander gevoel van schaamte. Waarom bedekten zij hun naaktheid? Omdat zij beseften dat er iets moois op het spel staat: “Er is hier is goeds, dat niet geëerd wordt; iets dat dat voor de liefde is, maar niet geliefd wordt; een geschenk dat voor het grijpen ligt en dat daartegen beschermd dient te worden.”
Geroepen ‘buitengewoon’ te zijn
Hetzelfde geldt voor het beseffen dat we ons moeten bekeren, dat we anders moeten gaan denken, namelijk met de mindset van Christus en met de ogen van Diens barmhartigheid. Er zijn echter ook talloze mensen die zich dat niet realiseren. “Ik heb niets op te biechten en ik zou niet weten waarvan ik me zou moeten bekeren.” Het woord “zonde” lijkt zelfs in de Kerk een verboden woord. Ook veel gelovigen zijn er niet ‘gevoelig’ voor. Het gevolg daarvan is dat er christen zijn die zich niet realiseren hoe ongelooflijk “buitengewoon” zij behoren te zijn. Wat hield Jezus ons afgelopen zondag voor? “Als gij bemint wie u beminnen, wat voor recht op loon hebt gij dan? Doen de tollenaars niet hetzelfde? En als gij alleen uw broeders groet, wat voor buitengewoons doet gij dan? Doen de heidenen dat ook niet? Weest dus volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is.” (Matteüs 5, 46-48)
De kruisweg naar volmaaktheid
Als we op Aswoensdag het askruisje dragen, realiseren wij ons dat er iets mis is met onze wereld. Zoals het is, hoort het niet te zijn. Op Aswoensdag kijk je in je hart en zegt: “Er is iets mis met mijn hart. Ik hoor niet te zijn zoals ik doe. Ik houd van dingen waarvan het beter is ze links te laten liggen en ik laat te vaak na het goede te doen. Mijn hart neigt te vaak naar het verkeerde, naar het Kwade.” Hierdoor “zitten wij in zak en as”. Dit betekent niet dat we slecht zijn. Het betekent precies het tegenovergestelde. Het is net als met het dubbele doel van schaamte. Op de eerste plaats: er is iets niet goed. Aan de andere kant zien we dat dit goed zou moeten zijn. Dát is erkennen dat jij en ik - dat wij - geroepen zijn om buitengewoon, om volmaakt te zijn. Daarom wordt de as niet op ons voorhoofd gedumpt. De as krijgt vorm.
“Wij zijn van U, met al ons kwaad, op uw barmhartigheid hopen wij”
“Ja, we zijn niet zoals we moeten zijn. We leiden niet het leven dat we moeten leiden. We hebben niet alle keuzes gemaakt die we hadden moeten maken…” - dit is het as-gedeelte. Maar dan komt het kruis-stukje. In het midden van deze realiteit van gebrokenheid claimt Jezus ons als de Zijnen. Zelfs met jouw gebroken hart en gebroken leven, met jouw foute keuzes en slechte beslissingen.
“Gedenk, mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren.”
“Bekeert u en leeft volgens het Evangelie.”
Als de as de vorm van het kruis aanneemt, hoor dan dat God zegt dat je de Zijne bent. “Je bent van Mij. Ondanks alles. Niet alleen het buitengewone waartoe je in staat bent, maar ook je zonden zijn van Mij.” Daarom is het namelijk een kruis. Jezus claimde immers niet alleen jouw
en mijn hart, maar ook al onze zonden. Hij is precies daarvoor gekomen.
Ons prijskaartje
De as is het teken van de dingen in ons leven waarvan we ons moeten afkeren. Maar de as neemt Christus’ kruis aan: de prijs die Jezus bereid was te betalen om jouw en mijn hart voor Zich te winnen. Ons hart is geneigd tot het kwade, maar is in zichzelf goed: voor God de moeite waard om ervoor te sterven.
voelen zich ongemakkelijk op Aswoensdag,
als zij het askruisje op hun voorhoofd
niet wegvegen na de eucharistieviering.
Andere katholieken dragen het met trots.
Zij hechten er waarde aan.
Waarom? Wat betekent dit stof en as?
Het kan zo niet verder
In de Bijbel komen we enkele malen iemand tegen die bedekt was met stof en as of “in zak en as zat”. Deze persoon markeerde daarmee een belangrijk moment in zijn of haar leven: een dieptepunt welteverstaan. Tegelijkertijd gaf het een keerpunt in hun leven aan. Zij realiseerden zich op de één of andere manier - misschien omdat zij een profeet hadden gehoord of iemand anders met hen sprak: “Wacht even, ik kan zo niet verder gaan.” Sterker nog, het diepte- of keerpunt in hun persoonlijk leven was zó ernstig dat zij tot de conclusie kwamen: “Als ik zó doorga, is mijn leven een ramp. Als ik blijf leven zoals ik leef, ligt alles in puin. Deze heilloze weg loopt letterlijk dood.” Dáár gaat de as over.
Het dubbele doel van schaamte
Ooit komen we op een punt waarop we beseffen: “Er is iets wat ik moet veranderen, ik moet het over een andere boeg gooien en me ‘bekeren’.” De conclusie dat er iets is waarvan we ons moeten bekeren heeft een tweeledig doel. Paus Johannes Paulus II schreef hierover in zijn Theologie van het lichaam. Hij zei dat het moment waarop de mens viel na het eten van de verboden vrucht en ‘hun ogen open gingen’ (Genesis 3, 6-7) schaamte in de wereld kwam. Tot dat moment was er geen schaamte. Op het einde van Genesis 2 staat: “Beiden waren naakt, maar zij schaamden zich niet voor elkaar.” De heilige paus zag dus twee doelen van de schaamte die haar intrede deed. Aan de ene kant moeten zij zich bedekken. Er is een gevoel van “er is iets mis op dit moment”. Dit schaamtegevoel kennen de meesten van ons, zeker als we iets verkeerd hebben gedaan. Dat is één kant van de medaille. Er is dus een ander gevoel van schaamte. Waarom bedekten zij hun naaktheid? Omdat zij beseften dat er iets moois op het spel staat: “Er is hier is goeds, dat niet geëerd wordt; iets dat dat voor de liefde is, maar niet geliefd wordt; een geschenk dat voor het grijpen ligt en dat daartegen beschermd dient te worden.”
Geroepen ‘buitengewoon’ te zijn
Hetzelfde geldt voor het beseffen dat we ons moeten bekeren, dat we anders moeten gaan denken, namelijk met de mindset van Christus en met de ogen van Diens barmhartigheid. Er zijn echter ook talloze mensen die zich dat niet realiseren. “Ik heb niets op te biechten en ik zou niet weten waarvan ik me zou moeten bekeren.” Het woord “zonde” lijkt zelfs in de Kerk een verboden woord. Ook veel gelovigen zijn er niet ‘gevoelig’ voor. Het gevolg daarvan is dat er christen zijn die zich niet realiseren hoe ongelooflijk “buitengewoon” zij behoren te zijn. Wat hield Jezus ons afgelopen zondag voor? “Als gij bemint wie u beminnen, wat voor recht op loon hebt gij dan? Doen de tollenaars niet hetzelfde? En als gij alleen uw broeders groet, wat voor buitengewoons doet gij dan? Doen de heidenen dat ook niet? Weest dus volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is.” (Matteüs 5, 46-48)
De kruisweg naar volmaaktheid
Als we op Aswoensdag het askruisje dragen, realiseren wij ons dat er iets mis is met onze wereld. Zoals het is, hoort het niet te zijn. Op Aswoensdag kijk je in je hart en zegt: “Er is iets mis met mijn hart. Ik hoor niet te zijn zoals ik doe. Ik houd van dingen waarvan het beter is ze links te laten liggen en ik laat te vaak na het goede te doen. Mijn hart neigt te vaak naar het verkeerde, naar het Kwade.” Hierdoor “zitten wij in zak en as”. Dit betekent niet dat we slecht zijn. Het betekent precies het tegenovergestelde. Het is net als met het dubbele doel van schaamte. Op de eerste plaats: er is iets niet goed. Aan de andere kant zien we dat dit goed zou moeten zijn. Dát is erkennen dat jij en ik - dat wij - geroepen zijn om buitengewoon, om volmaakt te zijn. Daarom wordt de as niet op ons voorhoofd gedumpt. De as krijgt vorm.
“Wij zijn van U, met al ons kwaad, op uw barmhartigheid hopen wij”
“Ja, we zijn niet zoals we moeten zijn. We leiden niet het leven dat we moeten leiden. We hebben niet alle keuzes gemaakt die we hadden moeten maken…” - dit is het as-gedeelte. Maar dan komt het kruis-stukje. In het midden van deze realiteit van gebrokenheid claimt Jezus ons als de Zijnen. Zelfs met jouw gebroken hart en gebroken leven, met jouw foute keuzes en slechte beslissingen.
“Gedenk, mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren.”
“Bekeert u en leeft volgens het Evangelie.”
Als de as de vorm van het kruis aanneemt, hoor dan dat God zegt dat je de Zijne bent. “Je bent van Mij. Ondanks alles. Niet alleen het buitengewone waartoe je in staat bent, maar ook je zonden zijn van Mij.” Daarom is het namelijk een kruis. Jezus claimde immers niet alleen jouw
en mijn hart, maar ook al onze zonden. Hij is precies daarvoor gekomen.
Ons prijskaartje
De as is het teken van de dingen in ons leven waarvan we ons moeten afkeren. Maar de as neemt Christus’ kruis aan: de prijs die Jezus bereid was te betalen om jouw en mijn hart voor Zich te winnen. Ons hart is geneigd tot het kwade, maar is in zichzelf goed: voor God de moeite waard om ervoor te sterven.