Nieuws

Donderdag 27 oktober 2022
De toekomst nu
Als vicevoorzitter van het kerkbestuur schrijft Alex van Megen:
 
“De kerk gaat dicht.” Deze mededeling zal de komende jaren steeds vaker klinken binnen diverse parochies in het bisdom van 's-Hertogenbosch. Ook in de andere bisdommen en in de Protestantse Kerk in Nederland moeten kerkgebouwen hun deuren sluiten.
 
“De kerk gaat dicht.” Een zin van slechts vier woorden, maar het zijn veelbetekenende en ingrijpende woorden. Want voor de gelovigen die het betreft, betekenen ze het afscheid van een tijdperk. ‘De kerk’ die dichtgaat is immers hún kerk. Het is de kerk waar ze hun gebeden naar God hebben laten opstijgen, waar ze zelf gedoopt zijn of hun kinderen hebben laten dopen, waar ze getrouwd zijn en waar ze afscheid hebben genomen van hun dierbaren. De kerk ook die veelal door de geloofsgemeenschap zelf bijeen is gespaard: steen voor steen, balk voor balk, dakpan voor dakpan. Tot de kerk klaar was om dienst te gaan doen als het hoogst haalbare voor een gebouw: functioneren als Godshuis en verzamelplek voor Zijn volk. De kerk is de plaats waar we de Eucharistie mogen ontvangen en zo het dichtst mogelijk bij Christus kunnen komen.
 
Maar de meeste parochies hebben niet meer het aantal gelovigen en de financiële middelen om al hun kerkgebouwen open te houden. Kerkbesturen moeten dus keuzes maken en dat is een zware taak die op hen rust. Dat het kerkbestuur daarbij zorgvuldig te werk gaat, de besluitvorming goed voorbereidt en de vereiste procedures volgt, is voor de parochianen geen troost. Dat de gelovigen voortaan in een naburige kerk in de parochie terecht kunnen, neemt het verdriet om het verlies van de eigen kerk niet zomaar weg. Het sluiten van het eigen kerkgebouw voelt als een amputatie, alsof het hart uit de geloofsgemeenschap wordt weggerukt. Soms ervaren gelovigen de kerksluiting als een vorm van huisuitzetting, zo laten ze weten: God komt in hun dorp of wijk op straat te staan en zij zelf ook. Kerksluiting is een rouwproces. We zien het in álle parochies om ons heen.
 
Het kerkbestuur begrijpt die emoties heel goed. Iedere keer is het onder de indruk van de gelovige inzet van de vrijwilligers. Maar het bestuur hoort ook de verhalen van zorgen om de toekomst – dat de zondagse viering nog maar enkele mensen trekt; dat er bijna geen vrijwilligers meer zijn; dat het koor geen nieuwe leden kan vinden; dat er een tekort aan misdienaars is (namelijk: geen), dat dat er eigenlijk geen "levend" geld meer is omdat er in dorpen als Gassel en Velp elk nog geen dertig huishoudens kerkbijdrage betalen. In Escharen kan de parochie rekenen op meer financieel draagvlak (te weten net zoveel als in de twee eerdergenoemde dorpen samen). In Grave nemen ongeveer 270 adressen deel aan de Actie Kerkbalans. Met deze – zorgwekkende – situatie heeft het kerkbestuur te dealen, op basis van de financiële feiten móet het toekomstige beleid van de parochie worden gemaakt. Al maanden luidt de noodklok in de vijf torens van de parochie H. Elisabeth, patrones van de caritas. 
 
Wij staan in deze ingewikkelde tijd voor zeer moeilijke beslissingen. De prognoses wat betreft kerkbezoek, aantallen vrijwilligers en financiën zijn (voor de meeste parochies) weinig rooskleurig. De ontkerkelijking in ons land heeft inmiddels niet alleen betrekking op het aantal gelovigen, maar ook op het aantal kerkgebouwen. Het voelt soms alsof we ons als Kerk in Nederland smal moeten maken om ons door deze tijd van individualisering heen te wurmen. Natuurlijk: we worden gevoed door het geloof in Christus en de hoop die Hij ons biedt en we leven niet van statistieken en cijfers alleen. Maar we kunnen het ons ook niet permitteren om onrealistisch te zijn, om struisvogelpolitiek te bedrijven. De bestuurders van de parochies moeten dus vooruitkijken, maar ook kijken naar het grotere geheel van de parochie – een groter geheel dat helaas steeds kleiner wordt. Ook ons kerkbestuur kan niet anders dan het eerlijke verhaal voor het voetlicht brengen. De afgelopen weken is de kerkgangers op het hart gedrukt dat "de toekomst nú is". Nu hebben we nog een keus, maar als we op onze handen blijven zitten – dus: de landelijke feiten, de grote (financiële) gevolgen van de coronacrisis en de gigantische stijging van de energierekening niet onder ogen zien – dan is er vrij snel niets meer te willen. Er ligt een structureel exploitatietekort van ruim € 100.000. Aan ons de opdracht dat weg te werken. Veruit de grootste kostenpost (gebouwen) kan hierbij niet buiten beschouwing blijven. Het is immers noodzakelijk werk te maken van onze opdracht: van alle mensen leerlingen van Christus maken, zodat zij Hem ontmoeten. Ons geloof immers is een verzameling ideeën en leefregels, maar een Gebeurtenis (aan te wijzen in de geschiedenis) en een individuele ontmoeting met God in de gemeenschap van de Kerk.
 
De voorganger van onze huidige bisschop, dus de dappere en eerlijk vooruitziende monseigneur Hurkmans, nam het besluit om de parochies samen te voegen tot ongeveer vijftig. Hij had daarbij een missionaire insteek om daarmee ruimte te scheppen voor een positieve, inhoudelijke en sacramentele toekomst van het geloofsleven. Deze hervorming was nodig, omdat de structuur niet meer paste bij het afgenomen aantal gelovigen en priesters. Met kerksluiting had deze toekomstgerichte samenvoeging echter niets te maken. Feitelijk wordt de beslissing om kerkgebouwen af te stoten genomen door de mensen die zijn afgehaakt en die niet meer praktiseren. De kerkbesturen baseren het noodgedwongen besluit om een kerkgebouw af te stoten op de lokale situatie en op de verwachtingen voor de toekomst wat betreft financiën, kerkbezoek, aantallen vrijwilligers, onderhoudskosten enzovoorts.
Het bestuur van de parochie H. Elisabeth, patrones van de caritas, stelt vóór 1 januari het beleidsplan voor de jaren 2023-2027 vast. Hierin wordt het thema "kerksluiting" nadrukkelijk geagendeerd. Is hiermee het doek gevallen voor één of meerdere kerken? Nee, dat is niet gezegd. Maar het kan (!) niet worden uitgesloten. De realiteit gebiedt dat we het erover móeten hebben. Zoals het kerkbestuur vanaf de kansel heeft laten weten deze maand: wie nog aan de knoppen wil draaien, moet nú opstaan om het tij (van bijvoorbeeld deelname aan de Actie Kerkbalans) te keren. Overigens wordt de toekomst (inclusief sluiting) van kerken in onze parochie al ruim tien jaar besproken en zijn er in die periode meerdere gesprekken gevoerd met parochianen, overige inwoners, de heemstichtingen, de gemeente en – onder leiding van burgemeester Roolvink – met de dorpsraden. 
 
In het proces van krimp dat de Kerk in ons land doormaakt, moeten we ons niet koste wat het kost aan gebouwen vasthouden, want daarin ligt niet onze redding. Zo’n stenen reddingsboei zou ons juist de diepte in trekken. We moeten steun zoeken bij de Heer en bij elkaar. We moeten ons geloof niet opgeven, maar doorgeven; we moeten niet ophouden, maar volhouden. Dat vraagt wel iets van ons. Er zijn geloofsgemeenschappen waar het gemeenschapsgevoel zo sterk is, dat het als barrière functioneert. Wij moeten eraan bouwen dat we ook kerkgemeenschap zijn ‘met de buren’. En hoewel gemeenschapsgevoel een groot goed is, mag het geen muren opwerpen. Solidariteit gaat over de grenzen van de lokale geloofsgemeenschap heen, want zoals het menselijk lichaam vele ledematen heeft, zo vormen wij allen tezamen in Christus één lichaam. Onder ons als christenen moet het gemeenschapsgevoel verder reiken dan de directe nabijheid. Het gaat erom dat we verlangen te groeien in de gemeenschap van broeders en zusters in Christus; niet alleen in de eigen geloofsgemeenschap, maar juist ook over de grenzen van de eigen geloofsgemeenschap heen. 
 
Het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) omschreef de Kerk als Gods volk onderweg. Dat ‘onderweg’ zijn – pelgrimeren – zit in ons gelovige ‘DNA’. Soms gaan we op eigen initiatief op weg, soms worden we door de omstandigheden gedwongen. Maar altijd mogen we erop vertrouwen dat de Heer ons nabij is, dat Hij met ons meetrekt. Hij leidde Zijn volk door de woestijn en zal ook ons door deze dorre periode heen leiden.
 
Meer dan eens roept Christus in de Evangeliën de apostelen op om moed te houden in tijden van tegenspoed. Ook in de diverse Brieven in het Nieuwe Testament en in de Handelingen van de Apostelen wordt de eerste christenen meermalen gevraagd moed te houden. Want het is zo menselijk: de moed laten zakken. Op zulke momenten mogen we echter ervaren dat we kracht niet alleen uit onszelf halen. Zoals duidelijk blijkt uit de Handelingen van de Apostelen (27, 20-26). Daarin wordt beschreven hoe Paulus zelfs tijdens zijn schipbreuk zijn opdracht niet uit het oog verloor: de verkondiging van het Evangelie. Ook wij hoeven in tijden van tegenslag dus niet bang te zijn, want de Heer is bij zijn Kerk:
 
“Verscheidene dagen waren zon noch sterren te zien; er bleef een hevige stormwind staan en zo vervloog voor ons elke verdere hoop op redding. Daar ze reeds lang niet meer aten, trad Paulus op hen toe en zei: ‘Men had naar mij moeten luisteren en niet van Kreta moeten wegvaren; dan zou men zich deze overlast en dit verlies hebben bespaard. Maar zelfs in deze omstandigheden spoor ik u aan moed te houden. Het leven van geen uwer zal verloren gaan, maar alleen het schip. Vannacht verscheen mij een engel van de God aan wie ik toebehoor en die ik dien, en deze zei: Wees niet bevreesd, Paulus; gij moet voor de keizer verschijnen en daarom heeft God u het leven van allen die met u op het schip zijn, genadig in handen gegeven. Houdt dus goede moed, want ik heb vertrouwen op God, dat het zo zal gebeuren als mij gezegd is. We moeten echter op een of ander eiland stranden’.”
 
Mogen deze woorden van God aan Paulus ons tot steun en inspiratie zijn tijdens onze tocht door deze stormachtige tijd. Laten wij daarvoor bidden op voorspraak van de heilige Elisabeth, de patrones van onze parochie. 
 
QR-code

Doneren?

Scan de QR-code of klik op de afbeelding om een donatie te doen via Givt. Het bedrag kan eenvoudig aangepast worden.