Op 3 februari viert de Kerk de gedachtenis van de heilige Blasius. Vanouds wordt de heilige aangeroepen door mensen met keelaandoeningen.
Deze traditie gaat terug op een overlevering dat op een moment een wanhopige moeder met haar kind in de armen bij de heilige Blasius kwam. Het zoontje dreigde te verstikken want er was een visgraat in de keel blijven steken. Onder tranen smeekte ze Blasius om hulp. Blasius legde het kind de handen op en sprak een gebed uit dat het kind gered mocht worden en zo gebeurde het. Als herinnering aan deze gebeurtenis en vertrouwend op de voorspraak van de heilige Blasius bij de Heer wordt in veel parochies de Blasiuszegen gegeven na de eucharistieviering.
Op een bijzondere manier wordt een zegen uitgesproken door de priester of de diaken. Hij spreekt de zegen uit met twee kaarsen die op 2 februari, op het feest van Maria Lichtmis, de Opdracht van de Heer, gezegend zijn. Die twee kaarsen worden in de vorm van een Andreaskruis tegen de hals van de gelovige gehouden en daarbij wordt gebeden:
Op voorspraak van de heilige Blasius, bisschop en martelaar, bevrijde God u van keelziekten en alle andere kwaad. In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen."